Op 1 kind na, gaan alle kinderen verspreid in het bos (of speelveld) staan. Iedereen mag een rol bedenken (een dier, beroep). Het ene kind gaat nu een wandeling maken langs alle kinderen in het bos. Bij iedereen mag hij/zij 2 vragen stellen, waar alleen Ja of Nee op geantwoord mag worden. Aan het einde van de wandeling moet hij/zij opschrijven wat iedereen voorstelde en mag daarna ook in het bos gaan staan en een rol bedenken. Daarna is de volgende aan de beurt om een wandeling te maken en te raden en onthouden wat iedereen voorstelt. Als iedereen aan de beurt is geweest, wordt er bekeken wie het meeste goed geraden heeft.
Nodig: pen en papier